SV | En opdat ulieder hart misschien niet week worde, en gij vreest van het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want er zal een gerucht komen in het [ene] jaar, en daarna een gerucht in het [andere] jaar; en er zal geweld zijn in het land, heer over heer. |
WLC | וּפֶן־יֵרַ֤ךְ לְבַבְכֶם֙ וְתִֽירְא֔וּ בַּשְּׁמוּעָ֖ה הַנִּשְׁמַ֣עַת בָּאָ֑רֶץ וּבָ֧א בַשָּׁנָ֣ה הַשְּׁמוּעָ֗ה וְאַחֲרָ֤יו בַּשָּׁנָה֙ הַשְּׁמוּעָ֔ה וְחָמָ֣ס בָּאָ֔רֶץ וּמֹשֵׁ֖ל עַל־מֹשֵֽׁל׃ |
Trans. | ûfen-yēraḵə ləḇaḇəḵem wəṯîrə’û baššəmû‘â hannišəma‘aṯ bā’āreṣ ûḇā’ ḇaššānâ haššəmû‘â wə’aḥărāyw baššānâ haššəmû‘â wəḥāmās bā’āreṣ ûmōšēl ‘al-mōšēl: |
En opdat ulieder hart misschien niet week worde, en gij vreest van het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want er zal een gerucht komen in het [ene] jaar, en daarna een gerucht in het [andere] jaar; en er zal geweld zijn in het land, heer over heer.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En opdat ulieder hart misschien niet week worde, en gij vreest van het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want er zal een gerucht komen in het [ene] jaar, en daarna een gerucht in het [andere] jaar; en er zal geweld zijn in het land, heer over heer.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!